
Jurisprudentie
AZ7403
Datum uitspraak2007-01-23
Datum gepubliceerd2007-01-31
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200608052/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2007-01-31
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200608052/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij besluit van 2 maart 2006 heeft de gemeenteraad van Ede, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 januari 2006, het bestemmingsplan "partiële herziening van het bestemmingsplan Bennekom-Oost "omgeving Bosweg"" vastgesteld.
Uitspraak
200608052/2.
Datum uitspraak: 23 januari 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 2 maart 2006 heeft de gemeenteraad van Ede, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 januari 2006, het bestemmingsplan "partiële herziening van het bestemmingsplan Bennekom-Oost "omgeving Bosweg"" vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 26 september 2006, kenmerk 2006-011643, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 2 november 2006, bij de Raad van State ingekomen op 7 november 2006, beroep ingesteld.
Bij brief van 2 november 2006, bij de Raad van State ingekomen op 7 november 2006, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 12 januari 2007. Partijen zijn ter zitting niet verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van heden, nr. 200608052/3, heeft de Afdeling het bestreden besluit vernietigd. Hieruit volgt dat verzoekers geen belang meer hebben bij het treffen van een voorlopige voorziening. Gelet hierop ziet de Voorzitter aanleiding het verzoek af te wijzen.
2.2. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen is niet gebleken.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. wijst het verzoek af;
II. gelast dat de provincie Gelderland aan verzoekers het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 141,00 (zegge: honderdeenenveertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bosnjakovic, ambtenaar van Staat.
w.g. Oosting w.g. Bosnjakovic
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 januari 2007
410

